Door
02 februari 2021

Arbeidsomstandigheden Hoe houden we het werk veilig tijdens Corona?

De coronacrisis zorgt voor veel onrust. Niet alleen in algemene zin,  maar het houdt ook het arbeidsrecht bezig. Deze uitzonderlijke situatie houdt al een tijdje aan en is nog niet opgelost. Arbeidsrechtelijk brengt dat vragen met zich mee. Werkgevers en werknemers krijgen over bepaalde thema’s intussen duidelijkheid door uitspraken van rechters. Welke instructies kun je de werknemers geven? Mag een werknemer weigeren op kantoor te werken? Hieronder bespreken we 2 uitspraken die hier over gaan.

Mondkapje valt onder het instructierecht

Een belangrijke uitspraak is die van de rechtbank Midden-Nederland van 13 januari 2021. Wat was er hier aan de hand? De werknemer is chauffeur en rijdt 80% van zijn werktijd in een transport bus. De werkgever heeft een mondkapjesplicht opgelegd voor alle werknemers die inpandig werken. De werknemer weigert een mondkapje te dragen en is van mening dat hij zelden inpandig is en dan prima zonder mondkapje 1,5 meter afstand kan houden. De kantonrechter bevestigt in deze uitspraak dat de werkgever op grond van het instructierecht werknemers mag verplichten een mondkapje te dragen. De kantonrechter overweegt daartoe dat de werkgever wettelijk verplicht is zorg te dragen voor een gezonde en veilige werkomgeving voor haar werknemers. In dat kader overweegt de kantonrechter dat werkgever er belang bij heeft om ten aanzien van de instructie tot het dragen van een mondkapje één lijn te trekken binnen het bedrijf. Het dragen van een mondkapje kan immers alleen effectief zijn als iedereen zich daar in het pand aan houdt. De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat de werkgever in redelijkheid de instructie tot het dragen van een mondkapje aan al haar werknemers heeft mogen geven en dat de chauffeur in kwestie gehouden was deze instructie op te volgen. Zeker gezien het feit dat de chauffeur de tijd dat hij in de transport bus (alleen) rijdt geen mondkapje hoeft te dragen en dat is al 20% van zijn werktijd. De instructie om die inpandig wel te dragen is redelijk. De kantonrechter verbindt aan het niet opvolgen van de instructie van de werkgever het gevolg dat de werkgever gerechtigd is de werknemer niet toe te laten tot het werk en het loon op te schorten zolang de werknemer geen mondkapje draagt. Als de werknemer gehoor geeft aan de instructie het mondkapje te dragen, dan vervalt de grondslag van de loonopschorting en de toegangsontzegging tot het werk.

Zorg voor een veilige werkplek

Een andere relevante uitspraak is die van de rechtbank Limburg van 1 oktober 2020. De werkneemster – werkzaam als secretaresse/receptioniste – ontving aan het begin van de coronacrisis een e-mail van haar werkgever, waarin onder meer werd medegedeeld dat er niet vanuit huis mocht worden gewerkt. Als een werknemer dat wel zou willen, dan kon dat tegen het inleveren van verlofdagen, aldus de werkgever. De werkneemster heeft zich vervolgens op 16 maart 2020 wegens keelklachten ziekgemeld. De werkneemster blijkt in een risicogroep van het coronavirus te zitten, vanwege een chronisch hartfalen.  Zonder voldoende beschermingsmaatregelen tegen het coronavirus, zoals geadviseerd door de overheid, levert het werken op haar werkplek geen veilige werkomgeving voor haar op. Om die reden blijft ze thuis. Wel heeft de werkneemster aangeboden haar werkzaamheden of aangepaste werkzaamheden vanuit huis te verrichten. De werkgever is het daar niet mee eens en stopt per 1 juni 2020 met het betalen van het loon. De kantonrechter overweegt dat voorop staat dat de werkgever ervoor moet zorgen dat haar werknemers op een veilige werkplek kunnen werken. In verband met de coronacrisis heeft de overheid in ieder geval sinds maart 2020 landelijke, heldere adviezen verstrekt over het inrichten van veilige werkplekken, aangegeven wie ten aanzien van coronacrisis tot de zogenoemde risicogroepen behoren en dat zoveel, waar mogelijk, thuis gewerkt moest worden. Die adviezen gelden nog steeds. De kantonrechter overweegt dat de werkgever niet voor een veilige werkplek heeft gezorgd. Er was op een moment geen desinfectie, afgeschermde looproutes ontbraken en het spatscherm schermde de balie waaraan de werkneemster werkte slechts gedeeltelijk af. Daarnaast had de werkgever geen andere werkzaamheden aangeboden die zij vanuit een thuiswerkplek zou kunnen verrichten of haar werk aangepast zodat het vanuit huis kon worden verricht. Van werkweigering was aldus geen sprake, zo oordeelde kantonrechter. De werkgever moest daarom het achterstallige salaris betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.

Conclusie

Het bovenstaande leert ons dat werkgevers de plicht hebben te zorgen voor een veilige werkomgeving. Dit volgt overigens ook uit het Arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit), dat per 1 januari 2021 specifiek voor het coronavirus is aangepast. Op grond van het arbobesluit moeten werkgevers voldoende hygiënische voorzieningen treffen, doeltreffende voorlichting verschaffen aan werknemers over de bestrijding van het coronavirus op de werkplek en adequaat toezicht houden op de naleving van noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met het coronavirus op de werkplek. Welke concrete maatregelen moeten worden genomen, is afhankelijk van de risico’s, het type werk en de plek waar het werk wordt gedaan. In algemene zin kan worden gedacht aan het beschikbaar stellen van desinfectiemiddel, mondkapjes, handschoenen en spatschermen, en het invoeren van (afgeschermde) looproutes.

Het niet naleven van het Arbobesluit kan flinke consequenties hebben. De Inspectie SZW kan bijvoorbeeld hoge boetes opleggen of zelfs het werk stilleggen.

Heeft u vragen over wat uw verplichtingen als werkgever zijn in deze bijzondere tijd? Wilt u weten welke instructies u uw werknemers mag opleggen? Neem dan contact met ons op, Jolanda de Groot (degroot@boontje.nl) of Joris de With (dewith@boontje.nl). Dat kan ook telefonisch via 020-572 7190.