14 december 2015

Arbeidsongeschikte werknemer Slapende zieken: wel of geen transitievergoeding?

Sinds 1 juli 2015 heeft een zieke werknemer recht op een transitievergoeding als de werkgever de arbeidsovereenkomst na 104 weken opzegt. Om het betalen van de transitievergoeding te voorkomen, kan de werkgever er dus voor kiezen om de arbeidsovereenkomst niet op te zeggen en een zogenaamd ‘slapend’ dienstverband in stand te houden.

Maar is dit wel zo?
Volgens Minister Asscher getuigt het in stand houden van slapende dienstverbanden met als enige doel het niet betalen van een transitievergoeding, van onfatsoenlijk werkgeverschap. De werknemer kan zich dan tot de rechter wenden en om toekenning van de transitievergoeding en de billijke vergoeding vragen.

Inmiddels hebben drie kantonrechters zich hierover uitgelaten en kortgezegd het volgende overwogen:
• De werkgever is vrij om een arbeidsovereenkomst van een zieke werknemer in stand te laten;
• Ook als de enige reden hiervoor is het niet willen betalen van de transitievergoeding;
• Dit kan weliswaar onfatsoenlijk zijn, maar dit betekent niet dat er ook sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en de werknemer dus recht heeft op een transitievergoeding en/of billijke vergoeding.

Dus toch laten slapen?
Om het betalen van de transitievergoeding te voorkomen kan de werkgever er dus voor kiezen om de arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer niet op te zeggen, maar te laten voortbestaan. Houd er echter wel rekening mee dat het in stand houden van de arbeidsovereenkomst met zich mee brengt dat de werkgever de werknemer toe moet laten tot zijn eigen of passende werkzaamheden als de werknemer hiertoe weer in staat is. Ook geldt: hoe langer de werknemer in dienst is, hoe hoger de transitievergoeding zal zijn. Mocht u er op enig moment voor kiezen om de arbeidsovereenkomst toch op te zeggen, dan gaat dat u hoogstwaarschijnlijk meer kosten.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Dianne van Moerkerk